Ondanks het griezelig breekbare karakter toch behouden: mijn eerste pijp, gekocht in het zeer vroege voorjaar van 1977...


Een 'Goudse' pijp, maar dan net even anders (al was ik me daar toen nog niet bewust van). In dit geval gemaakt door de firma Van Der Want. De dikkere steel en kleine kop maken dit tot een replica van een 17e eeuwse Goudse pijp, toen tabak nog duur was, en het vormen van een pijp nog niet technisch geperfectioneerd. Ik heb er later zelfs nog 2 gekocht; zeer goed rookbaar voor een beginnend pijproker, lange steel, koelere rook, en door de kleine kop niet te lang roken. Baai bleek hier uiteindelijk het beste uit te smaken, al rookte ik de eerste jaren zowat alles uit deze pijpen.
Na die eerste stenen pijp kwamen er er een paar mandjespijpen die ik -op eentje na- niet meer heb. Op eentje na te slecht voor woorden, al kwam ik daar pas achter toen ik per ongeluk mijn eerste wat betere pijp (ook uit een 5 gulden mandje) kocht.
De stenen pijpen bevielen overigens zo goed dat ik de eerste 10 jaar nog heel wat meer exemplaren kocht naast normale Bruyere pijpen. Ze bleven ook lang in de normale rook-roulatie. Hier mijn 'oud Hollandsch' rekje uit die tijd:

Het grootse probleem bleek uiteindelijk het openhouden van het rookkanaal. Vroeger -voor zover ik weet tot in de 19e eeuw, dus hoe dan ook voor mijn tijd- kon je bij de bakker pijpen laten 'uitbakken', gewoon in de bakkers oven. De meeste aanslag in de steel verpulverde dan, en kon daarna met een pijpenstrootje -een soort van gras- worden geveegd. Zonder dat uitbakken hebben de stelen de neiging langzaam dicht te slibben. Gepeuter met ijzerdraadjes hielp ook wel, maar het werd toch wat gehannes op den duur, en uiteindelijk rook ik ze nu alleen nog een enkele keer uit nostalgische overwegingen. Alleen de stenen koffiehuispijp met een losse kortere steel staat nu nog in mijn rek en wordt ook geregeld gerookt.